vrijdag 10 augustus 2012

Onze verlichte hersenen

Het geluid was al niet luid en moeilijk te verstaan. Met het overlijden van Rutger Kopland is een subtiel vertegenwoordiger van de anti ’ik ben mijn brein’ stroming verloren gegaan. Kopland was niet alleen een veel bekroonde dichter, maar ook psychiater. In het Universitair Medisch Centrum in Groningen was hij decennialang hoogleraar biologische psychiatrie en hoofd van de afdeling psychiatrie. Hij verzette zich tegen het beeld dat door Dick Swaab en vele anderen in verschillende bestsellers over de werking van de hersenen wordt gecreëerd: ‘mensen worden gedetermineerd door hun hersenen’. Kopland waarschuwt: “veel van wat gesteld wordt is van een ongekende simpelheid. Daar ben ik niet blij mee. Omdat het indruist tegen alles waar ik altijd voor gewerkt hebt”.

Hersenen maken gedrag mogelijk, ze produceren het niet.

“De interactie tussen hersenen, de omgeving, opvoeding, gelukte en mislukte liefdes, leerprocessen adaptatie, zonder al deze zaken zouden onze hersenen niets betekenen. Het feit dat al die boeken die dat ontkennen bestsellers worden is bedenkelijk. Het scheept mensen op met een veel te beperkt beeld hoe mensen in elkaar zitten. Simpelheid lijkt verlossend” Zo probeert Kopland de drift die ons allen zou drijven te nuanceren. Maar nuance is niet een benadering die momenteel populair is. Onze hunkering naar snelle oplossingen doet ons vallen voor de aderlatingen van de 21ste eeuw.

Sinds de verlichting en de scheiding tussen kerk en staat, tussen wetenschap en geest is het hard gegaan met de ontwikkeling van de rationele kennis. We begrijpen atomen en bijna alle wetten die de mechanische natuur beheersen. We bouwen gigantische deeltjesversnellers om de laatste geheimen te ontrafelen. Maar juist op het terrein waar de ooit gescheiden domeinen bij elkaar komen weten we eigenlijk heel erg weinig. Daar heeft de verlichting ons in de weg gezeten. Eigenlijk is de ontdekkingstocht daar pas na de tweede wereldoorlog begonnen. Dus qua ontwikkeling leven we daar nog in de middeleeuwen. In de hersenen komen ziel en lichaam bij elkaar. Daar voeren spiritualiteit en ratio een voor ons verwarrende dans. Van die ontmoeting begrijpen we nog maar weinig. In het bedrijfsleven noemen we het ‘hard en zacht’, vooral als aanduiding van ons onbegrip. En ook daar hebben we die kennis nu juist hard nodig, want de mogelijkheden van de ratio hebben we inmiddels wel maximaal benut. We komen nu in het domein van de geest, van het verwarrende, als we verder willen gaan.

Het is ook die ontmoeting waarmee we geconfronteerd worden bij ziekte en dood. We krijgen er allemaal mee te maken en dan kunnen we niet goed genoeg voorbereid zijn. Ik stond op mijn 30ste in ieder geval voor mijn gevoel met lege handelen. En sindsdien zoek ik geduldig naar antwoorden. Kopland, ik zal hem missen.