zondag 31 juli 2011

Wat is dat, betekenisgeven?

De aanslagen in Noorwegen hebben de Noren, en eigenlijk ons allen, een heel nieuw beeld gegeven van de Noorse premier Jens Stoltenberg. Zelf was hij me nooit opgevallen. Hij werd gezien als een wat fletse sociaal-democraat, die Noorwegen goed door de crisis heeft geleid. Maar op financieel gebied leek me dat nou eigenlijk niet zo’n geweldige prestatie, met die enorme oliereserves.

Met zijn reactie op de aanslagen op zijn kantoor in Oslo en op het kamp voor sociaal-democratische jongeren op het eiland Utoya heeft hij de harten van de Noren gestolen. En wordt plotseling door vriend en vijand gezien als een staatsman. En volgens mij terecht. Maar hoe heeft hij dat gedaan? Door zijn toespraken. Hij heeft direct de juiste toon getroffen. Emotioneel en vastberaden.

Nieuwe inzichten op het gebied van crisiscommunicatie benadrukken dat het accent voor de rol van bestuurders verschuift van informatie geven en schade beperken (ontruimingen en andere vervolgmaatregelen nemen en toelichten) naar ‘betekenisgeven’. Dat is geen autonome trend bij crises, maar gevolg van een bredere maatschappelijk behoefte om gebeurtenissen te kunnen duiden in een steeds complexere context. Van leiders wordt verwacht dat zij voorop gaat in het duiden, de informatie wordt verwacht van operationele functionarissen (woordvoerders, politie, brandweer).

Ooit was Stoltenberg zelf een van de jongeren, die jaarlijks bij elkaar kwamen op het eiland. Dit jaar zou hij er een toespraak hebben gehouden, zoals hij dat meestal deed, als leider van de Arbeiderspartij. Hoewel die toespraken nooit veel stof deden opwaaien, betekent het wel dat Stoltenberg de situatie, context en zelfs een aantal mensen heel goed kende. Zijn status van staatsman verwerft hij door zijn inlevingsvermogen te koppelen aan positionering van de aanslag in de ontwikkeling van Noorwegen. Ik neem zijn toespraak bij de herdenkingsdienst in de kathedraal van Oslo, twee dagen na de aanslagen (zie de youtubelink) als voorbeeld.

Hij begint met het aanduiden van de hele ramp in algemene termen:

  • Er zijn bijna twee dagen verstreken sinds Noorwegen is getroffen door de ergste gruweldaad sinds de tweede wereldoorlog. Op Utoya  en in Oslo voelt dat als een eeuwigheid.
  • 92 mensenlevens zijn verloren, verschillende zijn nog vermist
  • ………………..


Dan  maakt hij de overstap naar het persoonlijke, emotionele:

  • Elk verlies is een tragedie op zichzelf, bij elkaar vormen zij een nationale tragedie.
  • Velen van ons kenden een van de overledenen persoonlijk….Ik kende er verschillende…
  • Een van hen was Monica, 20 jaar werkte ze op Utoya, Voor vele van ons was ze Utoya..
  • Nu is ze dood, neergeschoten en vermoord, terwijl ze veiligheid en plezier creëerde voor jeugd uit het hele land (hier wordt hij duidelijk heel emotioneel, het verdriet persoonlijk); haar man Jon  en dochters Victoria en Helene zijn hier in de kerk bij ons. Het is zo oneerlijk, weet dat we huilen met jullie…..


Na meerdere persoonlijke voorbeelden gaat hij weer naar het algemene, betekenis gevende deel, maar nu voorzien van een interpretatie in het licht van de Noorse context:

  • Er zal een rechtszaak komen, maar dat zullen we allemaal ook wel overleven..
  • Midden in deze tragedie ben ik er trots op te leven in een land dat in staat is gebleken overeind te blijven in zo’n kritieke situatie.
  • Ik ben onder de indruk van de waardigheid, zorg en kracht die ik ben tegengekomen..
  • We zijn een klein land, maar een trots volk. We zijn geschokt over wat er is gebeurd, maar we zullen onze waarden nooit opgeven, ons antwoord is meer democratie, meer openheid en meer menselijkheid, maar zonder naïviteit.


Dan sluit hij af met een persoonlijk citaat van een overlevende:

  • “Als één man zoveel haat kan tonen, stel je voor hoeveel liefde we met elkaar kunnen tonen”


Verder is het tijdsperspectief belangrijk; Stoltenberg blijft, zo kort na de ramp zijn hele toespraak in het nu. Hij valt niet voor de verleiding om als tegenwicht tegen de ellende nu een toekomst te schetsen die dit alles oplost of zin geeft (een natuurlijke neiging voor sprekers met een ‘oranje’ perspectief). Hij biedt geen oplossing maar een kader, waarin we met elkaar de gebeurtenis kunnen plaatsen.

De opbouw van zijn toespraak is kenmerkend voor effectieve betekenisgeving in een rouwfase:

–   De gebeurtenis in algemene emotionele termen duiden

–   De gebeurtenis persoonlijk en invoelbaar maken

–   De gebeurtenis weer in breder perspectief plaatsen en voorzien van een interpretatiekader.


Zoals Bush zijn presidentschap betekenis gaf met zijn reactie op 9/11 (namelijk een van polarisatie en vergelding: “Either you are with us or with the enemy, there is no in between”) geeft Stoltenberg zijn premierschap kleur met zijn reactie op ‘zijn eigen ramp’; het benadrukken van enkele Noorse collectieve waarden. Het is cynisch dat het beeld van gekozen leiders doorgaans pas duidelijk wordt op  een moment dat je nooit hoopt mee te maken. Voor Noorwegen lijkt het goed uit te pakken.